Waterwinning duurzaam combineren

Laatste nieuws

Laatste nieuws

06 jun, 15:16 •

Lancering webpagina “Waterwinst, waterwinning duurzaam combineren” op BTO-dag

03 mrt, 15:49 •

Webpagina klaar voor BTO-bijeenkomst 10-3-2016

Hoogveen

Hoogvenen vormen een systeem met eigen waterhuishouding binnen het zandlandschap.

Onderstaande tekst is overgenomen uit Witte, J.P.M. et al, 2007

Ontstaan

Hoogvenen zijn landschappen die alleen door neerslagwater worden gevoed. De huidige hoogvenen zijn in vele duizenden jaren ontstaan; in Nederland begon de hoogveengroei tijdens het Atlanticum (6000-3000 B.C.).

Hoogveenreservaat

Hydrologische stromingen in een hoogveenreservaat. Inzet: diepte en fluctuatie van de grondwaterstand in een onaangetaste (rechts) en in een gedegenereerd (links) hoogveen. ’Oppervlakkige afvoer’ is afvoer via de acrotelm, de slenken en/of veenbeekjes. (bron: Witte, J.P.M. et al, 2007)

Witte, J.P.M. et al, 2007

 Natuurlijke processen

In een onaangetast hoogveen bestaat de vegetatie grotendeels uit veenmossen (Sphagnum spec.) en heideachtigen. Veenmos voorziet in zijn stikstofbehoefte door het met de neerslag aangevoerde ammonium af te breken. De protonen die hierbij vrij komen zorgen voor een verzuring van het milieu tot een pH van ten laagste ca. 3.0. Een zuur milieu bevordert de veengroei doordat het de afbraak van organische stof remt. De veenmossen vormen in een hoogveen een microreliëf van bulten en slenken. De bulten steken gemiddeld 0.1 à 0.3 m boven de slenken uit en hebben een doorsnede van 0.5 à 6 m (Streefkerk & Casparie, 1987). Van de weinige hogere planten die in het arme en zure milieu kunnen groeien, domineert vooral een aantal dwergheesters, van slenk naar bult: Kleine veenbes, Lavendelhei, Gewone dophei, Struikhei en Kraaihei. Via de bovenste decimeters veen, slenken en veenbeekjes voert een hoogveen lateraal zuur water af en schept het aldus aan zijn randen goede condities voor nieuwe veengroei. Op deze wijze kan een hoogveen zich langzaam uitbreiden, zelfs over een minerale ondergrond. Met het systeem van bulten en slenken en met het transport van water van het centrum naar de hoogveenrand hangen verschillen samen in vochtvoorziening, zuurgraad en voedselrijkdom. Voor de instandhouding en de groei van veen zijn permanent natte omstandigheden nodig. Op grond van literatuuronderzoek concludeert Schouwenaars (1992) dat in een onaangetast hoogveen de waterstand nooit dieper wegzakt dan ca. 30 cm –m.v. Er zijn in zo’n hoogveen twee mechanismen aanwezig die dat bewerkstelligen.

  • Allereerst zorgen het veenlichaam, dat vele meters dik kan zijn, en de schoensmeerachtige laag van ingespoelde humusdeeltjes op de overgang naar de zandondergrond (de gliedelaag) beide voor een zeer hoge hydraulische weerstand. Dit beperkt het waterverlies via wegzijging naar de zandondergrond drastisch en het meeste neerslagoverschot wordt dus oppervlakkig afgevoerd.
  • Daarnaast worden schommelingen en het uitzakken van de grondwaterspiegel beperkt door de beschermende toplaag van het veenpakket, door Romanov (1968) de ‘acrotelm’ genoemd.

 Bedreigingen

Alle hoogveenreservaten in Nederland zijn ernstig aangetast: in slechts enkele kernen is er nog sprake van ‘levend hoogveen’. Die aantasting heeft zijn oorsprong vooral in het gebied zelf door afgraving voor turf en ontginning ten behoeve van de landbouw. Om de condities voor het hoogveen te verbeteren zijn de volgende maatregelen genomen:

Bergingscapaciteit vergroten
Interne waterhuishoudkundige maatregelen (dichten van greppels, graven van plassen) voor het herstel van een gedegenereerd hoogveen zijn er vaak op gericht de bergingscapaciteit van het gebied te vergroten. In feite wordt hiermee de bergingseigenschap van de verdwenen acrotelm nagebootst.

Tegengaan grondwaterstroming
Andere interne maatregelen richten zich op het tegengaan van de grondwaterstroming uit het hoogveen, zoals het dichten van kanalen die door het reservaat lopen en zoals het aanbrengen van plastic folie tegen de laterale afvoer van water.

Door aantasting van de hydraulische weerstand zijn hoogvenen extra kwetsbaar geworden voor verlaging van de stijghoogte in het watervoerend pakket onder het veenlichaam en dus voor verdroging. Ontwatering van het omliggende gebied en grondwaterwinning vormen de belangrijkste externe bedreigingen via het grondwater.

Overige informatie

  • Aggenbach, C.J.S. & M.H. Jalink, 1998. Indicatorsoorten voor verdroging, verzuring en eutrofiëring in hoogvenen. Staatsbosbeheer, Driebergen.
  • Schouten, M.G.C. (ed.), 2002.  Conservation and restoration of raised bogs; geohydrological, hydrological and ecological studies. Department of the environmet and local government, Ireland/Staatbosbeheer, Nederland.
  • Schouwenaars, J.M., 1992. Waterbeheer voor hoogveenherstel; couveuse of plastische chirurgie? Landinrichting 1: 10-14.
  • Streefkerk, J.G. & W.A. Casparie, 1987. De hydrologie van hoogveensystemen. Staatsbosbeheer, Utrecht.
  • Thomassen, H., F. Smolders, J. Limpens, G.J. van Duinen, S. van der Schaaf, J. Roelofs, F. Berendse, H. Esselink & G. van Wirdum, 2003. Onderzoek ten behoeve van herstel en beheer van Nederlandse hoogvenen. Expertisecentrum LNV, Ede.
  • Van der Schaaf, S., 1999. Analyses of the hydrology of raised bogs in the Irish Midlands; A case study of Raheenmore Bog and Clara Bog. Proefschrift Landbouwuniversiteit, Wageningen.
  • Witte, J.P.M., C.J.S. Aggenbach & J. Runhaar, 2007. Grondwater voor Natuur