Waterwinning duurzaam combineren

Laatste nieuws

Laatste nieuws

06 jun, 15:16 •

Lancering webpagina “Waterwinst, waterwinning duurzaam combineren” op BTO-dag

03 mrt, 15:49 •

Webpagina klaar voor BTO-bijeenkomst 10-3-2016

Ossendrecht, diepe grondwaterwinning in kwetsbaar natuurgebied

Door internationale samenwerking de waterhuishouding verbeteren en natuurwaarden verhogen

Gebied

De Brabantse Wal is een hooggelegen zandgebied op de grens van Nederland en België bij Ossendrecht. Grote delen van het zandgebied op de Brabantse Wal zijn Natura-2000 gebied en samen met het Vlaamse Natura 2000 gebied Kalmthoutse Heide vormt dit het Grenspark. Aan de voet van de Wal liggen kwelgebieden, zoals Calfven en Augustapolder, deze zijn geen onderdeel van het Natura-2000 gebied, maar een deel van deze gebieden is Natte Natuurparel en onderdeel van het NatuurNetwerk (voorheen EHS).

Film over de Brabantse Wal

Vanuit de kleipolders van het Schelde-estuarium loopt het maaiveld hoog op tegen de Brabantse Wal. Die stijlrand is ontstaan doordat de regionaal wijdverbreide Tegelenklei die op de Brabantse Wal hoog en ondiep in de ondergrond ligt is geërodeerd door de Schelde. Op deze klei ligt een pakket van dekzanden met daarin leemlagen (Laag van Wouw, Brabantse Leem) en plaatselijk venige lagen. Het gebied ligt hoog ten opzichte van de omgeving en is inzijggebied naar de diepere ondergrond. Het grootste deel bestaat uit droge zandgronden en is begroeid met droge heiden en bossen. Maar op het hooggelegen gebied komen ook laagten voor met natte natuurwaarden, zoals vennen (bv. de Groote Meer en Zwaluwmoer) en natte heiden. Deze worden gevoed door regenwater en eventueel door lateraal toestromend grondwater. In hoeverre sprake is van echte schijnspiegelsystemen op de slecht doorlatende lagen, dan wel van ‘steundruk’ door het diepere grondwatersysteem is niet geheel duidelijk. Door continu gezamenlijk onderzoek te doen, wordt hier steds meer over bekend. Mogelijk varieert de situatie binnen het gebied. Het Groote Meer is het laagst gelegen ven op de Brabantse Wal. Dit ven wordt periodiek gevoed door afstromend oppervlaktewater vanuit de landbouwenclave Steertse Heide aan Belgische zijde. Dat draagt bij aan de watervoerendheid van het ven, maar voert ook veel nutriënten aan. Daardoor is het ven geëutrofieerd en zijn grote delen verruigd. Daarnaast is er sprake van verdroging. Daarvoor zijn diverse oorzaken, zoals de grondwaterwinningen t.b.v. drinkwater, industrie en landbouw (beregening), ontwatering en de toegenomen verdamping doordat het gebied in de 20e eeuw grotendeels bebost is. Tot slot is er een hoge atmosferische depositie, o.a. door de nabijheid van industriële gebieden, zoals de Antwerpse havens.

GrooteMeer-ovz-apr2006-IMG_1483

De Groote Meer

De achteruitgang van de natuurwaarden op de Brabantse Wal, met name de bijzondere venvegetaties van het Kleine en Groote Meer, is al enkele decennia een bron van zorg. In eerste instantie werd dat vooral aan verdroging door de grondwaterwinning geweten en zijn winningen gereduceerd. Geleidelijk kwamen ook de andere oorzaken in beeld en worden daarop maatregelen ingezet. Sinds 2009 hebben de belangrijkste actoren, Provincie, Waterschap, drinkwaterbedrijf, Grenspark, Gemeente, ZLTO, eigenaren en beheerders een convenant gesloten om samen te werken aan oplossingen en monitoring. Deze Vlaamse en Nederlandse partijen werken zo samen aan verschillende initiatieven om de natuurwaarden in het gebied te verhogen. Zij zetten zich in voor een samenhangend beheer om zo voldoende water van de juiste kwaliteit in de natuurgebieden te krijgen en de gewenste natuur zich kan ontwikkelen.

Daarbij is wel enige haast geboden. De achteruitgang van de venvegetatie is nog niet gestopt, vandaar dat door het ministerie van EZ voor dit habitattype zwak gebufferde vennen een “sense of urgency “ is vastgesteld. Dat wil zeggen dat snel maatregelen geboden zijn, omdat men verwacht dat anders onomkeerbare achteruitgang optreedt.

 

Wensen

Natuur: een grond- en oppervlaktewaterregime dat past bij de natuurdoelen

De Brabantse Wal is niet één landschap, maar verschillende die aan elkaar grenzen. Door de grote verschillen in landschap komen er, op betrekkelijk korte afstand van elkaar, veel verschillende planten en dieren voor. Dat maakt de natuur van de Brabantse Wal zo bijzonder. Het lage deel ten westen van de stijlrand bestaat uit polders en voormalige schorren en slikken. Op het hoge deel komen heide, vennen en (naald)bossen voor. De Brabantse Wal bevat de volgende Europees beschermde habitattypen: droge heide, vochtige heide, zure vennen, stuifzandheide, zandverstuivingen en (zeer) zwak gebufferde vennen. Ook komen op de Brabantse Wal de volgende Europees beschermde (waterafhankelijke) soorten voor: Drijvende Waterweegbree, Dodaars, Geoorde Fuut en Kamsalamander. Deze stellen verschillende eisen aan de waterhuishouding en -kwaliteit. In grote lijnen komen de gewenste verbeteringen neer op:

  • voldoende hoge winterpeilen in de vennen en niet te snelle peildaling of droogval in de zomer
  • het tegengaan van de instroom van geëutrofieerd oppervlaktewater en gezien bovenstaande is daarvoor voorzuivering of aanvoer van schoon water als vervanging nodig
  • het tegengaan van verzuring, vergrassing en ongewenste opslag van struiken
GrootMeer-Oeverkruid-slib-DSC04631

Oeverkruid en grondster met daartussen een sliblaag, nov 2015

 

Vanuit het landbouwgebied de Steertse Heide stroomt eutroof water naar het ven de Groote Meer en bedreigt daar het oeverkruidverbond. Het landbouwkundig gebruik wordt uit de Steertse Heide gehaald. Hier is echter nog een grote hoeveelheid fosfaat aanwezig. Dit fosfaat zal in de komende 20 tot 30 jaar nog afstromen naar de Groote Meer als niet ingegrepen wordt. Ook het waterbeheer op de Steertse heide zelf kan grote invloed hebben op het vrijkomen van dit fosfaat.

Winning: beter afgestemd op de omgevingsfuncties

De waterwinning bestaat uit meerdere winningen waarvan de drie grondwaterwinningslocaties Ossendrecht, Huibergen en Essen (in Vlaanderen). De winningen hebben geleid tot regionale stijghoogtedalingen in de diepe watervoerende pakketten. Deze kunnen van invloed zijn op de natte natuurwaarden op de Brabantse Wal. Daarom zijn de winningen teruggebracht en zijn andere maatregelen genomen om toch voldoende drinkwater te kunnen blijven leveren.  Of de reductie van de winningen afdoende is voor behoud en herstel van waterafhankelijke natuur wordt continu gemonitord.

Ingezette maatregelen

Al vele jaren werken Nederlandse en Vlaamse partijen samen om in dit grensgebied te zorgen voor genoeg water van de juiste kwaliteit. In 2009 is het eerste convenant afgesloten, in 2014 tekenden negen partijen – Provincie Noord-Brabant, Evides Waterbedrijf, Waterschap Brabantse Delta, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, ZLTO, Gemeente Woensdrecht, grondeigenaar van de Groote Meer en Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide – het tweede convenant. Het volgende is afgesproken:

  • dat de grondwaterwinningen (ten behoeve van drinkwater) Ossendrecht en Huijbergen worden gereduceerd (van 16 Mm3/jaar naar 10.5 Mm3/jaar). Dit is in 2012 gerealiseerd. De resterende onttrekking wordt als bestaand gebruik opgenomen in het Natura-2000 beheerplan;
  • dat intussen ook met tijdelijke lokale en/of technische maatregelen mag worden geëxperimenteerd. Enkele voorbeelden:
    • wateraanvoer in de winter van vrij beschikbaar kwalitatief goed overschotwater uit natuurgebied Kortenhoeff (beheerder Staatsbosbeheer) naar het ven De Kleine Meer om het waardevolle ecosysteem van de vennen te behouden totdat het watersysteem structureler hersteld is (realisatie november 2010);
    • wateraanvoer in de winter van kwalitatief goed overschotwater (circa 300.000 m3/jaar) uit het noordelijke deel van de Kalmthoutse Heide naar het ven De Groote Meer, om het waardevolle ecosysteem van De Groote Meer te behouden totdat het watersysteem en de waterkwaliteit structureler hersteld is.
Innamepunt Kortenhoeff

Innamewerk Kortenhoeff (bron: Evides)

 

Conform het convenant wordt vastgesteld in hoeverre o.a. lokale maatregelen de waterkwantiteit en -kwaliteit kunnen verbeteren. Deze en de hierna genoemde trajecten worden aangestuurd door de Werkgroep Water met vertegenwoordiging van de convenantpartijen en Vlaamse Partijen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn:

  • vermindering ontwatering aan de randen (2012-2016), Jagersrust is reeds uitgevoerd, een verdere aanpak is nog in ontwikkeling;
  • Aanpak opgekochte percelen op de Steertse heide:
    • dichten van watersysteem (heide vernat) en opschoning van enkele hoofdwaterlopen voor afvoer richting De Groote Meer;
    • herinrichting in natuur;
    • beperken meststoffengebruik.
  • aanpak zakputten: in Het Kleine Meer zijn zakputten aanwezig die vroeger gegraven zijn om het gebied te ontwateren naar de ondergrond. Als experiment is één zakput en sloot gedempt met een zandige leemlaag. Het resultaat was in de natte periode goed merkbaar (meer vernatting); optimalisatie en uitbreiding wordt nog uitgewerkt en in 2016 gerealiseerd;
  • gewasomvorming: uitdunningen en bosomvorming naar het historische open karakter van de Brabantse Wal rondom de vennen en op de locatie Kortenhoeff. Ook in Vlaanderen zijn hierin belangrijke stappen gemaakt. Dit leidt tot minder verdamping en dus meer aanvulling van het grondwatersysteem.
  • opkopen stroomopwaarts gelegen landbouwgronden (Jagersrust en Steertse Heide) om landbouw om te zetten in natuur. Hierdoor zal op termijn de stikstof- en fosfaatuitspoeling naar de vennen afnemen evenals de ontwateringsnoodzaak en de behoefte om te beregenen. De aankoop en herinrichting van Jagersrust is inmiddels voltooid en de aankoop en herinrichting van der Steertse Heide deels;
  • Afname atmosferische depositie: via nationale en internationale wetgeving, buiten beleidsafspraken is hier weinig aan te doen, maar is wel van invloed op de natuurwaarden en het noodzakelijke beheer.
Maart 2014, Groote Meer met op achtergrond deels vernatte Steertse Heide en vennencomplexen Kalmthoutse Heide, Stapperven, De Nol e.o.

Maart 2014, Groote Meer met op achtergrond deels vernatte Steertse Heide en vennencomplexen Kalmthoutse Heide, Stapperven, De Nol e.o.

Opbrengsten

  • Het sluiten van een Convenant leidt ertoe dat alle partijen gezamenlijk kijken naar de mogelijkheden in een gebied en naar de verschillende zaken die van invloed zijn op de waterhuishouding. Alleen door deze grensoverschrijdende samenwerking in beheer en maatregelen, is het mogelijk om te zorgen voor voldoende water in het natuurgebied van goede kwaliteit. Door uitwisseling van kennis ontstaat er ook meer begrip voor elkaars belangen.
  • Naast reductie van de winning zijn lokale vernattingsmaatregelen uitgevoerd. Tijdens de deskundigenmeeting (maart 2013) was de conclusie dat de waterbeschikbaarheid voor de Groote Meer kwantitatief behoorlijk op orde was, maar dat de kwaliteit van het Steertse Heidewater onvoldoende was en tot voortgaande achteruitgang leidde: het besef ontstond dat de ophoping van nutriënten op de korte termijn een groter probleem vormde dan tijdelijk meer droogval: daarom is een dam aangelegd om te voorkomen dat het eutrofe water nog in de venvegetatie in het Voormeer kan komen.
  • Effect uitdunnen bossen leidt plaatselijk tot significante grondwaterstandsverhogingen, soms zelfs zodanig dat extra wateraanvoer naar het ven mogelijk is (vanaf Kortenhoeff). Bij het opstellen van het convenant is opgenomen dat technische maatregelen slechts tijdelijk van aard zullen zijn. Gezien het succes van deze maatregelen en de grote positieve invloed op de waterkwaliteit wordt er al gekeken of ze ook voor de langere termijn mogelijk zijn (wateraanvoer vanaf Kortenhoeff en in de toekomst vanaf Kalmthoutse heide).

 

GrooteMeer-peil feb 2013 DSC08637-b

Hoog water in Groote Meer, feb 2013, onderzoek moet uitwijzen wat het ideale waterpeil is.

Bijkomende effecten:

  • In het gebied wordt monitoring uitgevoerd. De effecten van de overige genomen maatregelen laten zich, net als het effect van de reductie van winningen, lastig kwantificeren. Dit heeft verschillende oorzaken, waaronder: een ruimtelijk gespreid effect (bijvoorbeeld bosomvorming), vaak gecombineerd met een temporeel effect dat zich alleen manifesteert als er een neerslagoverschot is. Ook de geohydrologie van dit gebied met schijnspiegels is zeer complex, waardoor effecten pas op langere termijn merkbaar zullen zijn. Hierdoor is het toegevoegde effect niet goed zichtbaar. Het is dan ook nu nog niet mogelijk gebleken om individuele effecten van maatregelen te kwantificeren.
  • Vermindering van de ontwaterende capaciteit van het waterlopensysteem op de Steertse Heide leidt niet alleen tot een verminderde afvoer. Door de natte omstandigheden worden ook de in de bodem aanwezige fosfaten mobiel en komen in De Groote Meer terecht. Dit kwalitatieve aspect vormt een serieuze en langdurige bedreiging voor de ecologische doelstellingen van De Groote Meer, met name voor het kwetsbare oeverkruidvegetatie. Inmiddels is het waardevolle Voormeer met een dam afgesloten, en wordt alternatieve wateraanvoer met kwalitatief goed water nu met prioriteit aangepakt.
  • Aandachtspunten bij het opstellen van een Convenant:
    • Bij het voorstellen en treffen van maatregelen voor de natuur dienen de consequenties voor de andere belangen te worden onderkend en in evenwicht te zijn met de maatschappelijke relevantie van die belangen.
    • De acties in convenantkader vergen centrale sturing: de voortgang moet bewaakt worden, anders sneeuwen bij de onderliggende deelprojecttrekkers de projecten onder door andere werkzaamheden. Het is daarom belangrijk dat de provincie een sterke regierol speelt en blijft spelen. Een projectmatige aanpak is noodzakelijk.
    • Veel activiteiten stokken op het al dan niet beschikbaar komen van subsidie of op jaarbegrotingen waarin projecten nog niet zijn opgenomen.

Begin 2016 is in opdracht van de provincie een nadere analyse uitgevoerd van de werking van het ecohydrologisch systeem en de nadere uitwerking van doelen, randvoorwaarden en monitoring. De kennis van het systeem neemt hierdoor steeds meer toe, de genomen initiatieven bewijzen hun waarde. Dit biedt de verschillende partners steeds meer inzicht in de resultaten van het samenhangende beheer in deze grensstreek en is verbetering van de waterhuishouding en de waterkwaliteit mogelijk.

Meer informatie:

Sjaak Rijk, Evides
www.evides.nl

Evides

Dit project is toegevoegd in 2015 en geupdate in 2017.

Literatuur: