Waterwinning duurzaam combineren

Laatste nieuws

Laatste nieuws

06 jun, 15:16 •

Lancering webpagina “Waterwinst, waterwinning duurzaam combineren” op BTO-dag

03 mrt, 15:49 •

Webpagina klaar voor BTO-bijeenkomst 10-3-2016

Breevenen, kwelnatuur op diepe waterwinning

 

Nieuwe drinkwaterwinning in combinatie met natuur- en plattelandsontwikkeling

 

Gebied

Breevenen is een waterwingebied en natuurgebied in het dal van de Hunze, die langs de oostrand van het Drents Plateau door Drenthe en Groningen stroomt. Aan de westzijde begrenst de Hondsrug het Hunzedal, aan de oostzijde ligt het veenkoloniale landschap, waar vroeger het uitgestrekte Bourtangerveen lag. Het Hunzedal is medio 20e eeuw grotendeels ontgonnen voor de landbouw en de Hunze is gekanaliseerd. Het vele kwelwater uit de Hondsrug werd door diepe sloten afgevangen en via de Hunze afgevoerd. Ook werd er grondwater gewonnen. In 1995 is door de Stichtingen Het Drentse Landschap en Het Groninger Landschap en de Natuur en Milieufederaties Drenthe en Groningen de ‘Hunzevisie’ opgesteld. Kernpunten waren herstel van de Hunze als levende beek met natuurlijke processen in beek en beekdal, herstel van de kwelgradiënt in het beekdal tussen de Hondsrug en de Hunze en het zoeken naar samenhang en synergie met andere gebiedsfuncties, zoals waterwinning, landbouw, recreatie, cultuurhistorie en woon- en leefomgeving.

breevenen[1]

Vanaf 2000 werken overheden, belangenorganisaties en bewoners samen aan plattelandsontwikkeling met natuurontwikkeling als belangrijk onderdeel. Eind jaren 1990 zocht WMD naar een nieuwe winning voor de drinkwatervoorziening. Aanleiding was capaciteitsvermindering door de sluiting van winning Zuidlaren in het stroomgebied van de Drentse Aa, om daar verdroging van natuur tegen te gaan, in combinatie met een toen nog geprognotiseerde groei van het waterverbruik. De provincie Drenthe had het Hunzesysteem aangewezen als voorkeur voor vervangende capaciteit. Men koos voor een grondwaterwinning in combinatie met natuurontwikkeling in Breevenen ten noordoosten van Eext en Annen, toen nog een diep ontwaterd landbouwgebied in het laaggelegen dal tussen de Hondsrug en de Hunze. Kwelafhankelijke plantensoorten kwamen nog maar op enkele locaties voor en ook soorten van matig voedselrijke waren alleen nog in slootkanten te vinden.

Breevenen-slenk-Arcadis2012

Slenk in het vroege voorjaar (Uit Arcadis, 2012)

Breevenen-systeemdoorsnee-Arcadis2012

Schematische weergave van de hydrologie van Breevenen (Uit Arcadis, 2012)

Wensen

Natuur: ontwikkeling van natte natuurgebieden in het Hunzedal

In de ‘Hunzevisie’ zijn de wensen voor het grotere gebied verwoord: herstel van de Hunze als levende beek met natuurlijke processen in beek en beekdal, herstel van de kwelgradiënt en bijbehorende natuurwaarden in het beekdal tussen de Hondsrug en de Hunze en het zoeken naar samenhang en synergie met andere gebiedsfuncties. Voor Breevenen zelf werd dit vertaald in een natuurdoeltypekaart met de ‘natte’ doelen Open water, Kleine zeggenmoeras, Blauwgrasland, Dotterbloemhooiland, Overstromingsgrasland en Weidevogelgrasland.

Waterwinning: nieuwe winning ter vervanging van reducties op andere locaties

WMD was op zoek naar een winlocatie om 3,5 miljoen m3 drinkwater per jaar te kunnen leveren. In het Waterhuishoudingsplan Drenthe (1992) was het Hunzesysteem aangewezen als voorkeur voor nieuwe waterwinning en het Provinciaal Natuurbeleidsplan Drenthe (1992) stelde dat onderzoek naar de mogelijkheid van drinkwatervoorziening uit oppervlaktewater in combinatie met natuurontwikkeling in het gebied van de Hunze hoge prioriteit had. Bij de vergunning voor de winning Annen was de voorwaarde opgenomen de mogelijkheden te onderzoeken om oppervlaktewater direct of indirect in te zetten voor de drinkwatervoorziening. Onderzoek wees uit dat de afvoer van de Hunze in de zomermaanden te laag was om er drinkwater uit te kunnen bereiden. De kwaliteit was gemiddeld wel goed, maar er  traden periodiek te hoge gehalten aan bestrijdingsmiddelen en meststoffen op. Die zouden een kostbare voorzuivering vergen, ook als het water zou worden ingezet voor diepinfiltratie. Daarom werd gezocht naar de mogelijkheid om grondwaterwinning en oppervlaktewaterbeheer beter af te stemmen.

Breevenen-puttenveld

Ligging van de winputten (Provincie Drente, 2011)

Ingezette maatregelen

  • Aankoop en ruil van gronden, inrichting als natuurgebied: in 1997 en 1998 zijn delen van het waterwingebied ingezaaid met grasmengsels om verschraling te versnellen; in 1999 en 2000 zijbn ondiepe slenken gegraven (tot 1 m diep); tussen de Hunze en een kade ligt een overstromingsvlakte en wordt gestreefd naar oppervlaktewaterafhankelijke natuur, in het gebied tussen Hondsrug en Hunzekades wordt gestreefd naar grondwaterafhankelijke natuur en een deel is weidevogelgebied.
  • Opzetten van de slootpeilen binnen het natuurgebied, hiermee wordt vernatting en herstel van kwel naar maaiveld beoogd
  • Ruim opgezet puttenveld en schakelen in debieten: Er zijn twee rijen van 9 onttrekkingsputten met onttrekkingsfilters tussen 35 en 75 m-mv, de oostelijke raai in de kade langs de Hunze, de westelijke raai in het lage natuurgebied tussen Hondsrug en Hunze. De putten in het natuurgebied liggen ver uit elkaar en hebben in het zomerhalfjaar een kleine onttrekkingscapaciteit (15 m3/uur), de putten in de Hunzekade pompen dan op maximale capaciteit (60 m3/uur); in het winterhalfjaar hebben alle putten een zelfde maximale capaciteit van 35 m3/uur.  Doel is de grondwaterafhankelijke natuur in het ‘droge’ zomerhalfjaar te ontzien. De overstromingsnatuur langs de Hunze is minder gevoelig voor een wat grotere verlaging en er kan aanvulling vanuit het oppervlaktewater optreden.
  • Een deel van het terrein is in hooilandbeheer (maaien en afvoeren) en een deel wordt extensief beweid, in het weidevogelgebied wordt laat en extra zorgvuldig gemaaid. Het beheer wordt uitgevoerd door WMD (kerngebied), agrariërs (o.a. weidevogelgebied) en Het Drentse Landschap.
  • Monitoring: er zijn peilbuizen geplaatst voor het meten van grondwaterstanden, stijghoogten en waterkwaliteit; de verschraling van de bodem wordt gevolgd met bodemmonsters; de ontwikkeling van de vegetatie wordt regelmatig vastgelegd door kartering van vegetatietypen en plantensoorten en door het volgen van permanente proefvlakken; verder worden broedvogels, vlinders en libellen gemonitord.

Opbrengsten

Hunzedal-kwelvegetatie-Arcadis2012

Vocht- en kwelindicerende vegetatietypen in 2010 (Uit Arcadis, 2012

  • In Breevenen zijn 430 ha ingericht, dit is zo’n 20% van de verworven gronden in het Drentse deel van het Hunzedal en 10% van de beoogde oppervlakte uit de Hunzevisie van 1995.
  • Uit de metingen blijkt dat Breevenen wordt gevoed door een ondiep grondwatersysteem boven een laag Eemklei; er is nog steeds kweldruk vanuit het diepe systeem, maar de weerstand van de kleilaag is op de meeste plekken te hoog voor kwel; door die weerstand zijn de grondwaterstanden nog hoger dan eerder berekend en dat is gunstig; met dit nieuwe inzicht is ook het waterbeheer geoptimaliseerd: waren de slenken eerst bedoeld om regenwater af te voeren, nu blijkt juist kwel in de slenken op te treden en nat schraalland te ontwikkelen wordt het water er vastgehouden;
  • Boven het gebied zingen als vanouds veldleeuwerikken en graspiepers, en tal van andere broedvogels zijn te zien en te horen, zoals grutto, tureluur, kievit, rietgors, kleine karekiet, grasmus en torenvalk.
  • Ook de insectenfauna mag er zijn met o.a. glassnijder (libelle), distelvlinder en icarusblauwtje (vlinders)
  • De soortenrijkdom is in het hele gebied toegenomen. De snelste ontwikkeling in vegetatie treedt op in en rond de gegraven slenken: hier is de is de voedselrijke toplaag verwijderd en komen al vegetatietypen van Water en Moeras en Nat schraalgrasland voor met soorten als Holpijp, Snavelzegge, Zwarte zegge, Zompzegge, Waterviolier en Moeraskartelblad. En er ontstaan bloemrijke vegetaties met o.a. Grote ratelaar en als eerste aanzet naar Dotterbloemhooiland de Dotterbloem. Op veel niet vergraven gronden is na een eerst snelle ontwikkeling witbolgrasland ontstaan en lijkt verdere ontwikkeling traag te verlopen, zoals vaker. Op enkele droge zandruggen is Droog schraalland ontstaan.
  • Er zijn recreatiemogelijkheden: wandelaars kunnen van het gebied genieten (wandelroute) en ook fietsroutes voeren erlangs.
  • WMD bereidde in 2010 op de locaties Annen en Breevenen samen circa 4 Mm3 drinkwater per jaar, in 2016 wordt dit ca. 8 Mm3 per jaar.
  • WMD heeft met dit project de grondwaterwinning in het verdrogingsgevoelige Drentse Aa-gebied verminderd en draagt daarmee bij aan het hydrologisch herstel van dat Natura 2000 gebied.

 

Succesfactoren:

  • Samenwerking in de streek plattelandsontwikkeling, natuurontwikkeling, recreatie en drinkwatervoorziening zijn gedeelde doelen in het langetermijnbeleid van de provincie Drenthe, zoals ook verwoord in de Hunzevisie;
  • Grondverwerving en grondruil bleken goed mogelijk, doordat boeren natte lage gronden konden ruilen voor beter bewerkbare, hoger gelegen gronden. Hierdoor kon de verkaveling en bedrijfsstructuur verbeteren;
  • Functiecombinatie van natuur en drinkwater: aankopen landbouwgebied en omvormen naar nieuwe natuur, hierdoor wordt het natuurareaal vergroot, hermeandering van de Hunze mogelijk gemaakt en drinkwaterwinning gerealiseerd.

 

Meer informatie

WMD, Norbert Veldkamp

www.wmd.nl

 

WMD Water

Dit project is toegevoegd in 2015.

Literatuur:

  • Hunzedal 2030, Nieuwe stappen op weg naar een uniek, (be)leefbaar beekdallandschap. Visiedocument, april 2014. Stichtingen Het Drents Landschap en Het Groninger Landschap en de Natuur en Milieufederaties Drenthe en Groningen
  • Ecologische monitoring Breevenen Eindrapport 2006-2011. Arcadis, 2012
  • Monitoring Breevenen 2012. Resultaten permanente quadraten flora. Tonckens Ecologie, 2013 i.o.v. WMD
  • Gebiedsdosier grondwaterbeschermingsgebied Annen-Breevenen. Provincie Drenthe, 2011
  • Breevenen: grondwaterwinning èn natuurontwikkeling. Noorderbreedte, 1 augustus 1999 (door M. Buitenkamp)
  • Hunzedal, de wonderlijke weg van water. Voorbeeldproject Ecologisch beheer door waterleidingbedrijven. Vewin, 1996